VERBOND DER BELGISCHE BEROEPSVERENIGINGEN VAN ARTSEN-SPECIALISTEN

Zone privee

Artikel 31, § 1: Gehoorprothesisten

(copy 1)

INTERPRETATIEREGEL 1 (in voege vanaf 01.09.2006)

VRAAG
Hoe dient men een toestel ter correctie van het gehoor, uitgevoerd met CROS-montage (Contralateral Routing of Signal), aan te rekenen?

De microfoon bevindt zich naast het oor dat niet meer toerustbaar is, terwijl de oortelefoon langs de andere kant wordt gedragen.

ANTWOORD
Een audioprothetische aanpassing door CROS-montage is aanrekenbaar onder het nomenclatuurnummer 679136 « Monofonisch toestel voor rechthebbenden van 18 jaar en ouder » of 679151 « Monofonisch toestel voor rechthebbenden, jonger dan 18 jaar » voor zover aan de criteria van gehoorverlies, voorzien in artikel 31 van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen, is voldaan.

In dit geval is het oor dat in aanmerking dient te worden genomen om te bepalen of de criteria van gehoorverlies vervuld zijn, het oor aan de kant van de microfoon. 

REGLE INTERPRETATIVE 2 (en vigueur depuis le 01.08.2015)

QUESTION

En cas de montage CROS ou BICROS, la plus mauvaise oreille doit être prise en considération pour déterminer si la perte auditive atteint le seuil nécessaire pour entrer en ligne de compte pour une intervention de l’assurance.

REPONSE

En cas de montage CROS ou BICROS, la plus mauvaise oreille doit être prise en considération pour déterminer si la perte auditive atteint le seuil nécessaire pour entrer en ligne de compte pour une intervention de l’assurance.

Donc aussi bien avec une oreille non réglable d’un côté et de l’autre côté une: • Audition normal
• Perte auditive moyenne ≥ 40 dB
• Perte auditive moyenne < 40 dB aux fréquences de 1 000, 2 000 et 4 000 hz • Perte auditive avec une perte SNR d’au moins 3 dB

on prend la perte auditive du «côté non adaptable» (la plus mauvaise oreille, donc pas de codes d’exception).