VERBOND DER BELGISCHE BEROEPSVERENIGINGEN VAN ARTSEN-SPECIALISTEN

COVID-19

OVERLEGFORUMS

Zone privee

Artikel 20, § 1, d): Kindergeneeskunde

Van kracht vanaf 13.03.2002, tenzij anders bepaald.

Interpretatieregels 1 tot 5 treden in werking de dag waarop ze in het Belgisch Staatsblad (13.3.2002) worden bekendgemaakt en vervangen de tot op heden gepubliceerde interpretatieregels betreffende artikel 20, § 1, d), (kindergeneeskunde) met name de interpretatieregels gepubliceerd in de rubriek 508(04) van de interpretatieregels van de Nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen.

INTERPRETATIEREGEL 1

VRAAG

Bij een kind jonger dan 7 jaar wordt op dezelfde dag van de heelkundige ingreep een transfusie van bloed, geconcentreerde rode bloedlichaampjes of bloedplaatjes verricht. Moet het toezicht op de transfusie worden geattesteerd onder het nummer 149170 - 149181 of onder het nummer 474655 - 474666?


ANTWOORD

De verstrekking 149170 - 149181 * Medisch toezicht op de transfusie van bloed, geconcentreerde rode bloedlichaampjes of bloedplaatjes voor een andere dan posttraumatische, postheelkundige of post-hemorragische indicatie K 25 mag niet worden geattesteerd.

Het medisch toezicht op de transfusie verricht in de beschreven omstandigheden moet worden geattesteerd onder het nummer 474655 - 474666 ** Medisch toezicht op bloed- of plasmatransfusie bij een kind jonger dan zeven jaar K 25.

Voor de verstrekking 474655 - 474666 K 25 is de bekwaming van geneesheer, specialist voor kindergeneeskunde vereist. Ze mag niet worden geattesteerd door een geneesheer die voor een andere discipline is erkend. 

INTERPRETATIEREGEL 2

VRAAG

a) Hoe dikwijls mag de verstrekking 474294 - 474305 ** Intraveneuze perfusie bij kind jonger dan zeven jaar K 15 worden geattesteerd, wanneer zij wordt verricht bij vroeggeborenen in ernstige nood, wier toestand de langdurige toediening vergt van oplossingen:

1° waarvan de samenstelling dagelijks verandert, soms zelfs verscheidene malen per dag;

2° waarvoor de apparatuur en de toedienings-wegen vaak moeten worden gewijzigd, precies wegens de langdurige toediening ervan.

ANTWOORD

De verstrekking 474294 - 474305 ** Intraveneuze perfusie bij kind jonger dan zeven jaar K 15 mag per periode van vierentwintig uur worden geattesteerd.

De honoraria voor die verstrekking mogen niet worden gecumuleerd met de honoraria voor de punctie, maar wel met het honorarium voor het eventueel blootleggen van een bloedvat. 

INTERPRETATIEREGEL 3

VRAAG

Mogen de verstrekkingen 149170 - 149181 * Medisch toezicht op de transfusie van bloed, geconcentreerde rode bloedlichaampjes of bloedplaatjes voor een andere dan post-traumatische, post-heelkundige of post-hemorragische indicatie K 25 en 474655 - 474666 ** Medisch toezicht op bloed- of plasmatransfusie bij een kind jonger dan zeven jaar K 25 meer dan éénmaal worden geattesteerd per periode van vierentwintig uur?

ANTWOORD

Aangezien in de omchrijving is bepaald dat het om een medisch toezicht op een transfusie gaat, mogen de verstrekkingen 149170 - 149181 * K 25 en 474655 - 474666 ** K 25 slechts éénmaal per periode van 24 uur worden geattesteerd, ongeacht het aantal toedieningswegen en het aantal toegediende eenheden.

Die verstrekkingen mogen onderling niet worden gecumuleerd.

INTERPRETATIEREGEL 4

VRAAG

Huidthermometrie bij een pasgeborene.

ANTWOORD

Het ganse monitoringsysteem door temperatuurmetingen geeft geen aanleiding tot verzekeringstegemoetkoming. 

INTERPRETATIEREGEL 5 (idem art. 3 IR 1)

VRAAG

Voor een vroeggeboren ter verpleging opgenomen kind rekent een geneesheer het honorarium aan voor "maagcatheterisatie" telkens als hij het kind bij middel van een sonde voedt.

Mag dat honorarium worden vergoed?

ANTWOORD

Het voeden van een vroeggeboren ter verpleging opgenomen kind maakt deel uit van de kinderverzorging. Daarom is dat honorarium begrepen in de verpleegdagprijs en mag het door de verzekering niet worden vergoed.