Artikel 14 j: Urologie
Interpretatieregels 1 tot 15 zijn van toepassing de dag van de bekendmaking in het Belgisch Staatsblad (13.03.2002) en vervangen de tot op heden gepubliceerde interpretatieregel betreffende artikel 14 j) (Urologie), met name de interpretatieregels gepubliceerd in de rubriek 505(10) van de interpretatieregels van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen.
INTERPRETATIEREGEL 1
VRAAG
Mag het onderbinden van ducti deferentes bij de prostatectomie worden bijvergoed?
ANTWOORD
Het onderbinden van de ducti deferentes mag niet bij het honorarium voor prostatectomie worden bijvergoed overeenkomstig artikel 15, § 4, van de nomenclatuur.
INTERPRETATIEREGEL 2
VRAAG
Wat moet worden geattesteerd wanneer de therapeutische verstrekking nr. 260315 - 260326 Cystoscopie met fulguratie K 60 en de diagnose-verstrekking nr. 260293 - 260304 Cystoscopie met uretercatheterisme K 60 gelijktijdig worden verricht?
ANTWOORD
Wanneer ze tijdens dezelfde zitting worden verricht mag slechts één van die twee verstrekkingen worden geattesteerd.
INTERPRETATIEREGEL 3
VRAAG
Herstellen van een aanzienlijk heelkundig trauma van de bursae; openen van tunica vaginalis met gedeeltelijke resectie van de tunica vaginalis.
Hoe moet worden getarifeerd?
ANTWOORD
Indien een resectie van de tunica vaginalis is verricht, mag het nr. 260875 - 260886 Resectie of omkeren van tunica vaginalis K 120, worden geattesteerd.
INTERPRETATIEREGEL 4
VRAAG
Na een prostatectomie verricht de geneesheer onder anesthesie een bewerking, bestaande uit:
- verwijdering van wiek uit prostaatbed;
- verwijdering van supra-pubische blaassonde;
- sutuur van cystostomie en plaatsen van urethrale sonde.
Wat is de tarifering voor die handelingen?
ANTWOORD
Het verwijderen van de wiek uit het prostaatbed, het verwijderen van de supra-pubische blaassonde, het hechten van de cystostomie en het plaatsen van een urethrale sonde maken een integrerend deel uit van de prostatectomie en mogen niet worden bijvergoed.
INTERPRETATIEREGEL 5 (idem art. 15 IR 11)
VRAAG
Nefrectomie, inclusief ureterectomie, langs abdominale en lumbale weg tijdens dezelfde operatiezitting.
ANTWOORD
Benevens de verstrekking nr. 261634 - 261645 Totale nefrectomie K 225, mag verstrekking nr. 261376 - 261380 Ingreep voor wegnemen van resterende ureter K 180/2 worden geattesteerd voor ureterectomie langs abdominale weg.
INTERPRETATIEREGEL 6 (in werking sinds 01.01.2012)
VRAAG
Sommige gevallen van zeer hoog gelegen en niet-ingedaalde testes vergen, voor het neerhalen ervan, de dissectie van de vasculaire pediculus tot aan de onderste pool van de nier en van de ductus deferens tot aan de uitmonding ervan in de vesiculae seminales achter de blaas. Dat ganse gedeelte van de operatie vergt een uitgebreide dissectie van het retroperitoneale weefsel. Voorts gaat daarmee vaak een liesbreuk gepaard, die op het einde van de ingreep moet worden behandeld. Hoe mag, in die veronderstelling, de ingreep op het retroperitoneale weefsel worden getarifeerd ?
ANTWOORD
Deze verstrekking moet worden geattesteerd onder nummer 241872-241883 Heelkundige behandeling van een éénzijdige inguinale, femorale of obturatorhernia N 200.
INTERPRETATIEREGEL 7
VRAAG
Mag nr. 261553 - 261564 Endoscopische resectie van de prostaat, inclusief cystoscopie K 225 driemaal worden aangerekend, indien een endoscopische resectie van de prostaat in drie bewerkingen wordt verricht?
ANTWOORD
Verstrekking nr. 261553 - 261564 Endoscopische resectie van de prostaat, inclusief cystoscopie K 225 dekt de volledige prostatectomiebehandeling door endoscopische resectie, verricht in één of meer zittingen.
INTERPRETATIEREGEL 8
VRAAG
Dilatatie van een obstructie van de pyelo-ureterale junctie met een sonde van Fogarty.
ANTWOORD
Die ingreep is als dusdanig niet opgenomen in de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen. Hij mag worden gelijkgesteld met verstrekking nr. 260175 - 260186 Uitnemen van uretersteen langs endoscopische weg, per zitting, inclusief cystoscopie K 90.
INTERPRETATIEREGEL 9
VRAAG
Plastiek van de voorhuid zonder besnijdenis.
ANTWOORD
Die ingreep mag door gelijkstelling worden geattesteerd onder het nr. 260934 - 260945 Besnijdenis K 75.
INTERPRETATIEREGEL 10 (in werking van 13.03.2002 tot 01.07.2014) (opgeheven)
VRAAG
Verandering van sonde bij een uretercatheterisme na huidureterostomie of bij een niercatheterisme na nefrostomie of van een blaascatheterisme door cystostomie.
ANTWOORD
De evacuerende punctie en het plaatsen van een catheter moeten geattesteerd worden onder het nr. 355375 - 355386 °* Blaaspunctie K 10,5.
De vernieuwing van een suprapubische catheter moet geattesteerd worden onder hetzelfde nummer.
INTERPRETATIEREGEL 11
VRAAG
Dissectie van een ureter die is beklemd door retroperitoneale fibrovasculaire vergroeiingen.
ANTWOORD
De dissectie van een ureter die is beklemd door retroperitoneale fibrovasculaire vergroeiingen, moet, naar gelang van de toegangsweg, worden geattesteerd onder nr. 240155 - 240166 Lombotomie N 300 of 243633 - 243644 Exploratieve laparotomie N 200.
INTERPRETATIEREGEL 12
VRAAG
Palliatieve behandeling van de stenose van de prostaaturethra door endoscopische resectie die een boring is en tot doel heeft een voldoende urethrakaliber te herstellen.
ANTWOORD
Er dient te worden geattesteerd 260956 - 260960 Uitwendige of inwendige urethrotomie K 120.
INTERPRETATIEREGEL 13
VRAAG
Verwijderen van een ectropion van het urethraslijmvlies.
ANTWOORD
Die ingreep moet worden geattesteerd onder nr. 353231 - 353242 ° Wegnemen of uitroeien, door om het even welk procédé (heelkundige behandeling, elektrocoagulatie), van allerhande oppervlakkige tumors van huid of slijmvliezen of van alle andere rechtstreeks bereikbare niet traumatische letsels, volledige behandeling K 40.
INTERPRETATIEREGEL 14 (idem art. 14 f IR 1)
VRAAG
Hoe moeten de twee volgende ingrepen worden getarifeerd : de eerste bestaat uit het onderbinden van de dorsale slagaderen van de penis, de tweede in een anastomose tussen het corpus cavernosum en het corpus spongiosum langs perineale weg?
ANTWOORD
Er moet worden geattesteerd, ofwel nr. 235056 - 235060 Onderbinden of arteriëctomie van de arteria brachialis, mammaria interna, facialis, lingualis, temporalis of glutaea N 150, ofwel nr. 262054 - 262065 Heelkundige behandeling van priapisme door spongio-caverneuse anastomose K 180, in geval van anastomose tussen het corpus cavernosum en het corpus spongiosum langs perineale weg.
Indien beide ingrepen in dezelfde operatiezitting worden verricht, mag één enkele ingreep worden geattesteerd.
INTERPRETATIEREGEL 15 (idem art 14g IR 9) (in werking van 13.03.2002 tot 01.11.2005) (opgeheven)
VRAAG
Hoe moet de behandeling van urine-incontinentie door aanbrengen van een Prolène-tape (TVT : Tension Free Vaginal Tape) worden geattesteerd? De ingreep vereist twee toegangswegen : twee suprapubische insnijdingen en een vaginale insnijding.
ANTWOORD
Die ingreep moet worden geattesteerd onder het nummer 432095 - 432106 Heelkundige bewerking wegens urine-incontinentie, langs abdominale en vaginale weg (Steckel en afgeleide) K 225.
INTERPRETATIEREGEL 16 (in voege d.d. 01.04.2010)
VRAAG
Welke verstrekkingen maken het voorwerp uit van de toepassingsregel van verstrekking 262430-262441 Plaatsen van een suprapubische katheter en kunnen dus niet in rekening worden gebracht tijdens dezelfde hospitalisatieperiode ?
ANTWOORD
Alle verstrekkingen van artikel 14, j), maken het voorwerp uit van de toepassingsregel van verstrekking 262430-262441 Plaatsen van een suprapubische katheter, met uitzondering van de verstrekkingen onder de rangnummers 260271-260282, 260330-260341, 261914-261925, 261936-261940, 261951-261962, 261973-261984, 261995-262006, 262393-262404.
INTERPRETATIEREGEL 17 (in werking sinds 01.04.1985)
VRAAG
Welke verstrekking kan aangerekend worden voor de transurethrale ingreep waarbij prostaatweefsel verwijderd wordt met behulp van laser (HoLEP-techniek, laser-enucleation) of PVP-techniek, fotoselectieve laservaporisatie) ?
ANTWOORD
In beide gevallen kan de verstrekking 261553-261564 Endoscopische resectie van de prostaat, inclusief cystoscopie K 225 aangerekend worden.