VERBOND DER BELGISCHE BEROEPSVERENIGINGEN VAN ARTSEN-SPECIALISTEN

COVID-19

OVERLEGFORUMS

Zone privee

Artikel 14 d: Heelkunde op het abdomen

Van kracht sinds 13.03.2002, tenzij anders vermeld.

INTERPRETATIEREGEL 1

VRAAG

Divertikel van het coecum, resectie van een divertikelvorming van het coecum, dubbele innaaistreek, ringsluiting met trinyl en innaaien, met serosereuze steken, van de resectiestreek. Mag nr. 243250 - 243261 Wegnemen van Meckels divertikel N 250 worden getarifeerd?

ANTWOORD

De resectie van een divertikelvorming van het coecum moet worden geattesteerd onder nr. 243250 - 243261 Wegnemen van Meckels divertikel N 250.

INTERPRETATIEREGEL 2

VRAAG

Wat is het honorarium voor het uitwendig heelkundig draineren van verscheidene abcessen op het pancreascorpus en de pancreascauda na acute pancreatitis?

ANTWOORD

De uitgevoerde verstrekking moet worden gelijkgesteld met verstrekking nr. 243655 - 243666 Insnijden en draineren, langs abdominale weg, van een subfrenisch of subhepatisch abces N 300.

INTERPRETATIEREGEL 3

VRAAG

Resectie van een middenrifstumor met middenrifsplastiek.

ANTWOORD

Als de verstrekking langs thoracale of thoraco-abdominale weg wordt uitgevoerd, moet ze door gelijkstelling worden geattesteerd onder nummer 227135 - 227146 Middenrifs- of hiatushernia of middenrifs- of hiatuseventratie, langs thoracale of thoraco-abdominale weg N 500.

Indien ze langs abdominale weg wordt verricht, moet ze door gelijkstelling worden geattesteerd onder nr. 241032 - 241043 Middenrifs- of hiatushernia langs abdominale weg door sutuur van de crura of door fundoplicatuur N 500.

INTERPRETATIEREGEL 4

VRAAG

Door een incisie in de liesstreek werden alle palpabele klieren verwijderd, alsmede de cellulaire lamina die de fascia cribriformis bedekt. Gezien het goedaardig karakter van de klieren werd erop gelet ze te verwijderen zonder de vena saphena te kwetsen.

ANTWOORD

Ermee rekening houdende dat er geen eigenlijke klieruitruiming heeft plaatsgehad, moet het verwijderen van de liesklieren worden geattesteerd onder nr. 220356 - 220360 Exeresis van ganglion K 40.

INTERPRETATIEREGEL 5

VRAAG

Dilatatie van een stenoserende reaktie ongeveer 5 cm boven de aars, bij iemand die is geopereerd wegens invasieve of potentieel invasieve hypermitotische celproliferatie van het rectum en niet ter verpleging is opgenomen.

ANTWOORD

De dilatatie van een stenoserende reactie ongeveer 5 cm boven de aars, moet door gelijkstelling worden geattesteerd onder nummer 244532 - 244543 Aarsdilatatie onder algemene anesthesie, geïsoleerde verstrekking N 40. Die verstrekking is slechts vergoedbaar indien ze is verricht onder algemene anesthesie, in een verplegingsinrichting en als geïsoleerde verstrekking.

INTERPRETATIEREGEL  6 (wordt opgeheven vanaf 01.06.2008)

VRAAG

Ingreep voor intestinale exclusie wegens pathologische zwaarlijvigheid :

- doorsnijden van de dunne darm op 30 cm van de hoek van Treitz en termino-terminale anastomose met de laatste 30 cm van het ileum.

ANTWOORD

De ingreep moet worden geattesteerd onder nr. 243272 - 243283 Entero-anastomose N 300.

INTERPRETATIEREGEL 7

VRAAG

Polaire gastrectomie bovenaan met daarmee gepaard gaande pyloroplastiek.

ANTWOORD

De ingreep moet worden geattesteerd onder nr. 241474 - 241485 Subtotale gastrectomie N 500 als ze langs abominale weg wordt verricht of onder nr. 228012 - 228023 Thoracale of thoracoabdominale oesofagectomie of gastro-oesofagectomie in één operatietijd N 800 als ze door thoracofrenolaparotomie wordt verricht.

INTERPRETATIEREGEL 8

VRAAG

Totale gastrectomie door oesofago-pylorostomie.

ANTWOORD

Het gaat hier niet om een totale gastrectomie maar om een subtotale gastrectomie die moet worden getarifeerd onder nr. 241474 - 241485 Subtotale gastrectomie N 500.

INTERPRETATIEREGEL 9

VRAAG

Oesofago-jejunostomie voor maagexclusie langs thoraco-abdominale weg.

ANTWOORD

Het gaat om een heelkundige bewerking die niet als dusdanig is opgenomen in de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen. Ze moet worden geattesteerd onder nr. 243272 - 243283 Entero-anastomose N 300.

INTERPRETATIEREGEL 10

VRAAG

Sectie van de aarssfincter.

ANTWOORD

De sectie van de gladde aarssfincter moet worden geattesteerd onder nr. 244510 - 244521 - Resectie van aarskloof N 90.

INTERPRETATIEREGEL 11

VRAAG

Verwijderen van een resterende cystische stomp na een vroegere cholecystectomie.

ANTWOORD

Die verstrekking moet worden geattesteerd onder nr. 242454 - 242465 Cholecystectomie N 350 of onder nr. 244775 - 244786 Laparoscopische cholecystectomie N 350 of onder nr. 242476 - 242480 Cholecystectomie met peroperatoire cholangiografie N 400, naar gelang van het geval.

INTERPRETATIEREGEL 12

VRAAG

Huidjejunostomie.

ANTWOORD

De huidjejunostomie moet worden geattesteerd onder nr. 243191 - 243202 Laterale ileo- of colostomie N 200.

INTERPRETATIEREGEL 13

VRAAG

Hoe dient een ano-rectale myomectomie getarifeerd te worden?

ANTWOORD

Die verstrekking moet aangerekend worden onder nummer 244510 - 244521 Resectie van aarskloof N 90.

INTERPRETATIEREGEL 14

VRAAG

Hoe moet de volgende ingreep worden geattesteerd?

Transversale colectomie en colectomie links en amputatie van het rectum met behoud van de sfincter wegens ziekte van Hirschsprung en omkering van het colon rechts (techniek van Deloyer) voor transanaal retrorectaal neerhalen (techniek van Duhamel)?

ANTWOORD

De ingreep die in één bewerking wordt verricht, moet worden geattesteerd onder nr. 243014 - 243025 Totale proctocolectomie of totale colectomie met rectale mucosectomie en modelleren van een ileumreservoir met of zonder proximale ileostomie N 800.

INTERPRETATIEREGEL 15

VRAAG

Resectie van het distaal gedeelte van het duodenum na vrijmaken van de arteria mesenterica.

ANTWOORD

De ingreep moet worden geattesteerd onder nr. 243235 - 243246 Segmentaire resectie van de dunne darm N 375.

INTERPRETATIEREGEL 16

VRAAG

Heelkundige correctie van anale incontinentie

1° - door overplanting van de musculus gracilis (techniek van Pickrell)

2° - langs sacrale weg door middel van een plicatuur van de musculus pubo-rectalis.

ANTWOORD

Er dient als volgt te worden geattesteerd:

- 244392 - 244403

Refectie van de sphincter ani wegens incontinentie (oude scheur of heringreep) buiten de verlossing N 375.

- 244171 - 244182

Hechten van de hefspieren wegens rectumprolaps N 300.

INTERPRETATIEREGEL 17

VRAAG

Hoe moet het herstellen van een ruptuur van het diafragma die bestaat uit een hechting van de cupula, die is verricht naar aanleiding van een laparotomie, worden geattesteerd?

ANTWOORD

Het hechten van de scheur van het diafragma moet worden geattesteerd onder nr. 243596 - 243600 Laparotomie wegens hemorrhagie N 300; indien het hechten geschiedt langs thoracale of thoraco-abdominale weg, mag verstrekking nr. 227135 - 227146 Middenrifs- of hiatushernia of middenrifs- of hiatuseventratie, langs thoracale of thoraco-abdominale weg N 500 worden geattesteerd.

INTERPRETATIEREGEL 18

VRAAG

Hoe moet de operatieve handeling die is opgenomen onder het codenummer 244635 - 244646 Uitsnijden van een aarsabces, onder algemene anesthesie N 75 worden begrepen ? Hoe moet die omschrijving, vergeleken met het codenummer 112276 - 112280 Insnijden van aarsabces K 6 worden begrepen?

Mag het codenummer 145574 - 145585 Insnijden van oppervlakkige phlegmone of van anthrax K 10 worden toegepast op de anale streek?

ANTWOORD

Als in de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen een specifiek nummer is opgenomen, moet dat nummer worden geattesteerd.

De verstrekking 112276 - 112280 Insnijden van aarsabces K 6 beoogt het draineren van een onderhuids abces, via een eenvoudige insnijding en onder plaatselijke of regionale anesthesie.

De verstrekking 244635 - 244646 Uitsnijden van een aarsabces, onder algemene anesthesie N 75 daarentegen heeft betrekking op de complexe behandeling van een inflammatoir letsel, die een algemene anesthesie vergt en bestaat in een resectie van de necrotische of fibreuze weefsels en eventueel van de abceswand.

INTERPRETATIEREGEL 19 (van kracht sinds 24.6.2003)

VRAAG

Is er een voorafgaand akkoord nodig van de adviserend geneesheer voor een ingreep voor vetschort (241253 - 241264 Exeresis van uitgebreide vetschort met functionele hinder : elliptische resectie N 200 en 241275 - 241286 Exeresis van uitgebreide vetschort... : resectie met huidplastiek en transpositie van de navel N 300?

ANTWOORD

Neen, maar de verstrekker moet a posteriori kunnen aantonen dat de ingreep niet werd uitgevoerd met zuiver esthetische doeleinden. Hetzelfde geldt voor alle ingrepen waarvoor de nomenclatuur geen voorafgaand akkoord van de adviserend geneesheer vereist.

INTERPRETATIEREGEL 20 (van kracht sinds 14.11.2007)

VRAAG

Mag de correctie van de diastase van de rectusspieren van het abdomen onder het nummer 241275-241286 Resectie met huidplastiek en transpositie van de navel N 300 aangerekend worden?

ANTWOORD

De verstrekking 241275-241286 Resectie met huidplastiek en transpositie van de navel N 300 staat onder de inleidende titel : "Exeresis van uitgebreide vetschort met functionele hinder".

Die verstrekking kan dus uitsluitend voor die indicatie aangerekend worden. Correctie van de diastase van de rectusspieren van het abdomen is niet voorzien in de nomenclatuur.

Geen enkel verstrekkingsnummer mag voor deze correctie aangerekend worden.

INTERPRETATIEREGEL 21 (van kracht sinds 08.02.2010)

VRAAG

Sinds 1 oktober 2007, voorziet artikel 14 d) van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen in specifieke verstrekkingen voor de behandeling van obesitas die terugbetaalbaar zijn onder welbepaalde voorwaarden (BMI, ouderdom, dieetbehandeling, multidisciplinair bariatrisch overleg).

Welke verstrekking(en) mag men aanrekenen voor bariatrische heelkunde uitgevoerd bij een patiënt die niet aan deze criteria voldoet?

ANTWOORD

Aangezien er voor bariatrische heelkunde specifieke verstrekkingen met terugbetalingscriteria voorzien zijn in artikel 14 d) van de nomenclatuur, is het niet toegelaten andere verstrekkingen aan te rekenen voor de heelkundige behandeling van obesitas, of de patiënt al dan niet beantwoordt aan de criteria opgenomen onder het opschrift "Behandeling van obesitas".

INTERPRETATIEREGEL 22 (van kracht van 01.01.1985 tot 01.04.2016)(opgeheven)

VRAAG

Mag verstrekking 243316-243320 Operatie van Noble of van Childs N 500 ook aangerekend worden wanneer gebruik gemaakt wordt van de recentere Baker tube stitchless plication techniek?

ANTWOORD

De verstrekking 243316-243320 mag ook aangerekend worden voor de adhesiolyse volgens de techniek van Baker tube stitchless plication. De hierbij noodzakelijke gastrostomie maakt integraal deel uit van de techniek en kan niet afzonderlijk aangerekend worden.